Blog & Tips

Ontpolderen in de Biesbosch

De Hollandse Biesbosch op het Eiland van Dordrecht is waterstaatkundig een uniek gebied waar het tijverschil 3 tot 4 maal groter is dan in de rest van de Biesbosch, tot soms wel 80 centimeter.

Woeste natuur gecultiveerd

Alle stadia van het verlandingsproces na de Sint-Elisabethsvloed zijn in dit gebied nog aanwezig. Van het “bosch van biezen” in het Gat van de Hengst, de rietvelden in de Kikvorschkil en Zoetemelkskil, de grienden van Huiswaard tot en met akkerbouw in de Ruigten Bezuiden de Perenboom en Kort en Lang Ambacht.

Na de Sint-Elisabethsvloed in 1421 heeft het hele gebied ten zuiden en oosten van Dordrecht altijd in het teken gestaan van inpolderingen. Woeste natuur werd gecultiveerd tot weilanden of akkers. De eerste grote inpoldering was kort na 1600, de laatste omstreeks 1925. Kritiek op die inpolderingen kwam er nauwelijks. In 1924, tijdens de inpoldering van de Dordtse Biesbosch, werd wel voorzichtig geopperd dat het wellicht onverstandig was zoveel bergruimte aan de rivieren te onttrekken, maar die kritiek werd door de toenmalige hoofdingenieur van Waterstaat, ir. J.M.W. van Elzelingen, niet gedeeld. “De toestand op de rivier verandert niet”, meende Van Elzelingen.

Polders maken plaats voor water

Na 1970 kwamen echter steeds meer mensen tot het inzicht dat het ongebreideld inpolderen en het steeds maar weer onttrekken van uiterwaarden aan de rivier hun tol gingen eisen. Er kwamen steeds meer overstromingen doordat overtollig water niet snel genoeg meer afgevoerd kon worden. Er moest meer ruimte voor de rivieren komen. En dat betekende weer een storm van protesten omdat dijken van polders doorsteken nu eenmaal indruist tegen de natuur van Nederlanders die eeuwen een strijd tegen het water voerden.

In de Brabantse, Hollandse en Sliedrechtse Biesbosch zijn een aantal ontpolderingsplannen verwezenlijkt. Aan de Brabantse kant is de grote polder Noordwaard uitgegraven en ontpolderd. Ook in de Hollandse Biesbosch hebben polders plaatsgemaakt voor water. Vanaf 1994 heeft ook de Merwelanden, aan de Dordtse kant van de Biesbosch, een aantal polders teruggegeven aan de vrije natuur.

Meer ruimte voor de rivier

Er werd dus ruimte gemaakt voor de rivieren en dit gebeurde op natuurlijke wijze, maar ook door gebruik van machines. Bij de Mariapolder ging dat op een natuurlijke manier. De schotbalken die de polder droog hielden, zijn uit de sleuven gehaald, waardoor het poldertje vol kon stromen. Door het op- en afgaande water is slib afgezet waardoor er op een natuurlijke manier kreken ontstonden. Kaarsrechte sloten zijn gaan meanderen.

Bij andere polders zijn machines gebruikt. De in 1899 aangelegde dammen bij de polders Huiswaard en Oude Kat zijn rond 1996 door draglines open gegraven. Er is ook groot materieel te pas gekomen bij het ‘natuurlijk maken’ van de polders Aert Eloyenbosch en Jonge Janswaard. Aan de hand van oude kaarten is daar een zoetwatermoeras gemaakt.

Met de natuurwerkzaamheden is er bijna automatisch meer ruimte voor de rivier gekomen. Net als een paar eeuwen geleden is er weer een verbinding tussen de Merwede en de Nieuwe-Merwede, waardoor een teveel aan bovenwater sneller naar zee kan worden